Pieter van Nijf in de RozendaalDe oudovergrootvader van Esmée en Max heete Pieter van Nijf en is geboren op 12 september 1764 aan het Zuiderdiep in Groningen. Zijn vader was Pieter van Nijf, tamboer in de compagnie Guardes van de prins Erfstadhouder. Nadat zijn ouders op 13 december 1763 waren getrouwd in de A-kerk kwam Pieter dus precies volgens het boekje negen maanden later ter wereld. Op 26 mei 1789 trouwt Pieter in Groningen met Jantje van den Berg. Ze kregen samen zes kinderen. Het is dus duidelijk dat de famlie van Nieff al generaties lang 'in Stad' woont, en dat het niet altijd over rozen ging bewijst onderstaand verhaal dat ik vond op de site van Archieven.nl. KlagtePieter was barbier en zat na zijn werk vaak nog even te drinken. Dat dit nogal eens uit de hand liep en dat zijn gezin daar erg onder leed blijkt uit het beklag dat zijn vrouw Jantje van den Berg doet bij de het bestuur van de stad Groningen. Helaas wordt ze niet gehoord, zoals blijkt uit het volgende verslag. Hierna wordt wel actie genomen. Aan Burgemeesteren en Raad in Groningen 4 a 5 dagen op de Rozendaal 1805 Geeft klaaglijk te kennen Jantje van den Berg, dat zij laatstleden herfst een jaar geleden zich aan dezer Vergadering heeft geaddresseert met verzoek om van haaren eheman Pieter van Nijf van tafel, bed en bijwoninge te worden gescheiden ter oorzaake van de verregaande oneenigheeden, welke dagelijks door de dronkenschap waaraan Deze haar en eheman zich overgaf, plaats hadden. Dat zij toen gelijk reeds meermalen te vooren, door tussenspraak van vrienden en bekenden is overgehaald om dat request niet te vervolgen, maar alle op de gegeven beloften van beterschap weder in te schikken, edog met een niet zeer gelukkig gevolg en wel bijzonder ongelukkig door hetgeen gisteren avond de ondergetekende heeft moeten uitstaan. Daarin gelegen, dat gisteren avond opgemelde haaren eheman tussen agt en negen uren te huis komende en zeer beschonken zijnde, aanstonds begon de kinderen kwalijk te bejegenen en te slagen. De ondergetekende dit willende beletten, hij zeide dan zult Gij wat hebben direct dit zeggen met Haaren paarende zodanig, dat des ondergetekende hoofd en oogen geheel en als gekneusd, opgezwollen en bloedig zijn geworden, alles verder met zodanige mishandelingen gepaard door een vrouw niet kunnende worden verduurt. En het is hierom dat de ondergetekende haaren toevlucht tot deze Vergadering neemt en zich in deszelfs beschermende armen werpt met verzoek om hierop zodanige reflexie te neemen als de justitie vordert en de veiligheid van des ondergetekende voortaan kan verzekeren· A.F. Yanten van den Berg |

Enige tijd later volgt de uitspraak: Klagte van Jantje van den Berg Vrouw van Pieter van Nijf. Bij Acte van den 20 februari 1805 Pieter van Nijf gecondemneert, om ter zaake in de klagte gemeld, voor vier of vijf dagen ter dispositie van den Presiderende Burgemeester op de zogenaamde Rozendal te Water en te Brode te worden geplaatst, en na ommekomst van den tijd door den Stads Advocaat fiscaal ten ernstigsten gereprimandeert, met aannaminge, om in get toekomstige met zijne Ega in rust en vreede te leeven, of dat anders op eene nader nadrukkelijke wijze tot zijn leedweezen zal worden gedesponeert | 
Een andere voorvader van Esmée en Max, Harmannus Doll, was rond deze tijd cipier te Groningen. Zouden beide voorvaders elkaar hebben ontmoet?
|